Hoofdstuk 1

Samenvatting

In hoofdstuk 1 wordt het belang van bewegingsonderwijs met kleuters beschreven.

Goed bewegingsonderwijs met kleuters gaat uit van de totale ontwikkeling van een kind. Er wordt gekeken naar de lichamelijke opvoeding van ‘toen’ en de huidige kijk op onze bewegingscultuur. De legitimatie van het vak wordt beschreven en tot slot wordt ingegaan op de rechten van een kleuter.



1.1 Totale ontwikkeling

Vanuit het spel, het actief bezig zijn, de rollenspellen en fantasie ontdekken 4 tot 6 jarigen zichzelf en de wereld om hen heen. Verschillende wetenschappelijke onderzoeken komen tot positieve effecten van beweging op de motorische, cognitieve en sociale ontwikkeling. Bewegingsonderwijs AAN kleuters impliceert een leerkracht gestuurde omgeving, bewegingsonderwijs VAN kleuters lijkt het initiatief en leiding bij de kleuters te liggen en bij bewegingsonderwijs MET kleuters ontstaat er een leeromgeving waarin kleuters samen met de leerkracht vorm geven aan de les, de inhoud en de individuele doelen.

1.2 Lichamelijke oefening toen, bewegingsonderwijs nu

In de wet op het basisonderwijs uit 1985 is de lagere school afgeschaft. Voortaan heette het de basisschool. De kleuterklassen werden groep 1 en 2, waarmee zij als onderdeel van de basisschool werden beschouwd. Vanaf 4 jaar mag een kleuter naar school, de leerplicht geldt vanaf vijf jaar. De Nederlandse vakwereld kijkt vandaag de dag naar het bewegingsonderwijs als een onderwijsleervak met daarbij vastgestelde kerndoelen.

1.3 Legitimatie van het vak

Ondanks verschillende uitgangspunten hebben de ontwikkelingspsychologische theorieën gemeen dat ze het belang van beweging en spel benadrukken voor het totale functioneren van een individu.

1.4 Motorische ontwikkeling

Motorische ontwikkeling wordt opgevat als het leerproces waarin een scala aan motorische vaardigheden verworven wordt, wat zich over jaren uitstrekt. Uitgangspunt is dat zowel rijpingsfactoren als omgevingscondities elkaar wederzijds beïnvloeden en dat beide groepen van factoren dus invloed uitoefenen op de ontwikkeling.

1.5 Rechten van de kleuter

Kleuters hebben rechten, net als ieder ander mens. Waardoor zij op zoek kunnen gaan naar hun eigen mogelijkheden en uitdagingen. De beweegnorm voor kleuters is negen momenten in de week. Minimaal elke dag naar buiten het speelplein op en de overige momenten bewegen in het speellokaal is iets waar kleuters recht op hebben.


Terug naar het overzicht?

Download
Samenvatting hoofdstuk 1.pdf
Adobe Acrobat document 4.4 MB