Hoofdstuk 3

Samenvatting

Hoofdstuk 3 gaat over de mogelijkheden die een leerkracht ter beschikking heeft. Leerkracht waar jij als leerkracht gebruik van kunt maken. De mogelijkheden en tools om de bewegingsbeïnvloeding van een groep en de individuele leerling zo goed mogelijk te laten verlopen, worden in dit hoofdstuk besproken.



3.1 Leidinggeven is leiding nemen

Als je leiding neemt, zal je keuzes moeten maken. Keuzes in het belang van de gestelde doelen, in het belang van het leerproces en in het belang van de leerlingen. De manier waarop jij je als lesgever presenteert, heeft direct invloed op het verloop van de les. Er worden verschillende stijlen onderscheiden: de commandostijl, de dialoogstijl en de zelfinstructiestijl. Binnen de praktijk van het bewegingsonderwijs aan kleuters is er een aantal vormen van instructie dat werkt bij de uitleg van een les. Het wordt extra instructie genoemd als de leerkracht op eigen initiatief instapt. Dit kan zijn omwille van de veiligheid of bijvoorbeeld als blijkt dat een kind zelfstandig niet dat ene stapje verder komt. De leerkracht geeft of organiseert hulp om kinderen te helpen in de ontwikkeling van hun bewegingsgedrag.

3.2 Organisatorische aspecten

Onder organisatorische aspecten wordt verstaan alles dat te maken heeft met het concreet regelen van een bewegingsles. De organisatorische aspecten bepalen voor een heel groot deel de effectiviteit van een les en de efficiëntie van werken. Een les bewegingsonderwijs is in verschillende organisatievormen aan te bieden, zoals klassikale les, vrije les, vakkenles. (=tuintjesles). Binnen het bewegingsonderwijs zijn de gekozen organisatievorm en de keuze van de activiteiten mede bepalend voor het indelen van de groep. Bij het werken in groepjes heb je de volgende indelingen: homogene, heterogene indelingen en willekeurig ingedeelde groepen.

3.3 Begeleiding

De begeleidingsstijlen die het meest gangbaar zijn binnen het bewegingsonderwijs voor kleuters zijn: instrueren, participeren, stimuleren en motiveren, delegeren. Binnen het bewegingsonderwijs worden er ook nog andere ‘lesgeef- en begeleidingsstijlen’ onderscheiden. Bijvoorbeeld de zogenoemde CIOS-rollen, de Coach, De Instructeur, De Organisator, De Scheidsrechter. Tijdens de les bewegingsonderwijs zal iedere leerkracht ingaan op de basisbehoeften van kinderen, relatie, autonomie en competentie. Vaardigheid en motivatie bepalen eveneens de manier van deelname aan een activiteit, als leerkracht streef je naar een zo optimaal mogelijk leerresultaat.

3.4 Omgangsvormen

In deze paragraaf worden omgangsvormen behandeld waar je als leerkracht uit kan kiezen.

3.5 Gender bias

 De vaak onbewuste, kijk die leerkrachten hebben op de verschillen en overeenkomsten tussen jongens en meisjes worden hier besproken.


Terug naar het overzicht?

Download
Samenvatting hoofdstuk 3.pdf
Adobe Acrobat document 4.4 MB