Elke module heeft een vaste opbouw en structuur.
Door op een titel van een werkvorm te klikken, bijvoorbeeld samenvatting of mindmap kom je direct bij het gewenste onderdeel. De informatie is direct beschikbaar
en kan ook worden gedownload.
Wil je terug naar het overzicht dan klik je op de knop ‘module’ en je bent weer waar je wilt zijn.
De module maakt gebruik van een diverse werk- en aanbiedingsvormen.
Doelgericht wordt aangesloten bij verschillende breinprincipes die het leren vergemakkelijken.
Je kunt hierbij denken aan:
De modules hebben ieder hun eigen accenten.
Er zijn 6 accenten: Onthouden, begrijpen, toepassen, analyseren, evalueren en creëren.
Bij elke werkvorm hebben wij één of meerdere pictogrammen vermeld.
Aan de hand van deze pictogrammen weet jij welk accent er op dit specifieke onderdeel ligt.
De samenvatting is een praktische en snelle manier om een overzicht te krijgen.
Een beknopte samenvatting is krachtig als je snel een beeld wilt hebben waarover het gaat. Het opent op een makkelijke manier de inhoud van een hoofdstuk en de module.
Een mindmap is een krachtige grafische techniek die een beroep doet op de vele mogelijkheden van onze hersenen. Het is een eenvoudige manier om informatie op te roepen uit en op te slaan in onze hersenen. Het is een effectieve en leuke manier om leerprocessen te verbeteren, om aantekeningen te maken, om informatie te structureren en op nieuwe ideeën komen.
Toetsvragen zijn opgenomen. Je kunt deze vragen op twee verschillende manieren inzetten. Voordat je begint met lezen om te kijken wat je al weet of nadat je het hoofdstuk en de module hebt doorgenomen.
Doe jij het na afloop of vooraf?
Na afloop
Test je kennis van het onderwerp door het maken van de vragen. Dit doe je nadat je een hoofdstuk hebt bestudeerd en de module hebt doorgewerkt.
Je krijgt direct feedback en suggesties voor nadere bestudering. Je weet dus direct hoe je ervoor staat.
Vooraf
Je brengt je kennisniveau over een onderwerp in kaart. Je krijgt op deze manier een goed beeld waar eventuele hiaten liggen. Dit geeft je de mogelijkheid juist aan deze specifieke onderwerpen extra aandacht te geven.
De begrippenlijst geeft snel en direct een overzicht waarover het in een hoofdstuk gaat. Wat zijn de kernwoorden en
wat betekenen ze. Steeds in aangeven wat onder een bepaald begrip in de context van deze module wordt verstaan.
De begrippenlijst kan ook als een krachtige (toets)training gebruikt worden.
Dit geldt zeker als je bij de begrippen een context bedenkt in de vorm van een verhaal
of voorbeeld. Bepaalde begrippen kom je in verschillende modules tegen. Dit is bewust.
Het gaat dan belangrijke begrippen die in verschillende hoofdstukken worden gehanteerd.
Je kunt deze begrippenlijst inzetten als tussentijdse controle. De lijst bevordert
begrip en kennis van de gehanteerde begrippen binnen het onderwijs in bewegen.
De PowerPoint kun je opvatten als een heel beknopte samenvatting van de inhoud van het hoofdstuk. En dus ook op deze manier inzetten bij de bestudering van de stof.
De dia’s zijn zo gekozen dat ze een overzicht bieden van de belangrijkste onderwerpen en elementen van een hoofdstuk. Het kan je helpen op het goede spoor te blijven bij het besturen van de
informatie doordat de informatie al heel duidelijk is voorgestructureerd.
De informatie vloeit als het ware heel logisch van de ene dia naar de volgende. Het geeft naast structuur de belangrijke informatie op de daartoe geschikte momenten weer.
Verdiepingsvragen zijn vragen gericht op het analyseren, evalueren en creëren. Het zijn vragen die uitnodigen, prikkelen en verleiden tot het creëren van nieuwe ideeën, inzichten en oplossingen.
Analyseren - vragen die gericht zijn op het opdelen van informatie in verschillende onderdelen. Je zult dit bijvoorbeeld tegenkomen bij het ordenen van speelkriebels binnen verschillende
ontwikkelingsdomeinen.
Evalueren - vragen die gericht zijn op de waarde van ideeën. Materialen en methoden worden geëvalueerd door het ontwikkelen en toepassen van criteria. Je zult dit bijvoorbeeld
tegenkomen als gesproken wordt over criteria voor een goede les.
Creëren - vragen die gericht zijn op het ontwikkelen van nieuwe ideeën, oplossingen of producten. Je komt dit in de module tegen bij het leren van een nieuwe bewegingsvaardigheid.
Werkdocumenten zijn opdrachten waarin verschillende vormen van leren worden geïntegreerd. Waar het bij de andere werkvormen – samenvatting, begrippenlijst, toetsvragen, PowerPoint en mindmap
- voor het grootste deel gaat over het onthouden, begrijpen en toepassen van kennis en informatie, gaat het bij de werkdocumenten
vooral om het analyseren, evalueren en creëren van de verworven kennis
en de gepresenteerde informatie.
Het gaat met name om het toepassen met inzicht en het wendbaar kunnen gebruiken van de verworven inzichten in verschillende contexten. Werkdocumenten kunnen je helpen bij het samenvoegen van
(kennis)elementen tot een samenhangend, coherent of functioneel geheel. Je leert elementen en begrippen te reorganiseren in nieuwe patronen of structuren. Het gaat om het creëren van
nieuwe, originele en eigen inzichten.
Creatieve en eigen inzichten die wellicht tot nieuwe ‘producten’ – zoals bijvoorbeeld kijkwijzers, observatie-instrumenten e.d. - leiden.
Uitleggen aan anderen is een van de meest effectieve manier van leren, wordt wel gesteld. Zo algemeen gesteld is dit niet waar. Wel is het zo als je informatie tot je hebt genomen, door bijvoorbeeld het bestuderen van een tekst of lezen van een artikel deze informatie meer gaat leven, praktijkrelevanter en meer genuanceerd wordt door er met anderen over te praten en samen te bediscussiëren.Dit is een van de redenen waarom er een overleg- en discussiemogelijkheid is opgenomen in deze cursus. Het is een werkvorm die je direct in contact brengt met anderen en collega’s.
Gebruik de modules en het boek ‘beter spelen en bewegen met kleuters’ voor studie, verdieping, naslagwerk of leidraad. Maar vergeet niet: het echte leren gebeurt in de praktijk.
Veel plezier met de kleuters!