Hoofdstuk 3

‘Vandaag heb ik een baantje gebouwd waar we gaan klimmen, balanceren en springen. We gaan ergens over, ergens op en weer vanaf. Je kan ook nog tussen de stokjes staan als je wilt. Maaike, jij zit vooraan op de rode stip, wil je mij even helpen met de uitleg? Je mag het weggetje laten zien. Begin maar bij de blauwe brug. Kijk wel uit, want hij wiebelt wel een beetje, dus hij kan omvallen als je het niet voorzichtig doet. Je mag er overheen stappen, op stappen of klimmen. Kijk maar hoe je op de bank komt. Dan loop je de bank op. Die loopt schuin, dus dat kost wel wat kracht. Dan klim je de rode toren op en mag je zelf kiezen. Of je gaat staan en springt naar beneden, je mag ook gaan zitten en je naar beneden laten glijden of je draait je op je buik en klimt voorzichtig naar beneden. Houd je goed vast met twee handen. Als je springt, land je altijd op twee voeten. Niet met gestrekte benen, maar iets door je knieën zakken, anders doet het pijn. Mert jij mag straks beginnen als Maaike op de groene mat is. Nou Maaike dan ga je naar de ladder en laat maar zien hoe jij dat doet. Je kan het op verschillende manieren doen. Lopend of klimmend. Mag je zelf weten. He, Maaike gaat klimmen op handen en voeten. ‘Goed steunen Maaike’, anders val je voorover en dat doet zeer. Kijk jongens en meisjes, Maaike zet om en om een hand en dan de andere of een voet en dan de andere voet naar een volgend stokje. Als je het iets sneller wilt doen, kan je ook een hand en voet tegelijk doen en dan de andere hand en voet. Maaike kom nog eens terug en laat ook eens zien hoe je kan stappen tussen de houten stokjes. Goed je benen optillen, anders struikel je. Sommige van jullie gaan misschien lopen op de houten stokjes. Dat is hartstikke moeilijk en een beetje gevaarlijk, dus kijk wel goed uit. Dan tot slot kom je bij het hinkelpad. Weet je het nog Maaike? Een been hinkel, twee benen spreid, een , twee, een, twee en draai op de tien. Goed zo. En wat doe je als je klaar bent? Ja precies, dan sluit je weer achteraan aan en wacht je tot je weer op de rode stip zit. Dan ben je weer aan de beurt als de volgende op het groene matje is.’