Hoofdstuk 2

Toetsvragen

1. In het hoofdstuk wordt een aantal vragen als voorbeeld gegeven, welke je jezelf in je hoofd al kunt vragen tijdens je voorbereiding van je les bewegingsonderwijs. Eén daarvan is dat je je afvraagt hoe je voor een zo’n kort mogelijk uitleg tijdens de les bewegingsonderwijs aan kleuters zorgt. 


2. Hoe zorg je dat je tijdens je les bewegingsonderwijs tegemoet komt aan de kleuter zijn behoefte aan bewegen en spelend leren bewegen?


3. Zet in de juiste volgorde:


4. Voor een goed gegeven les bewegingsonderwijs met kleuters zijn er negen criteria aan te wijzen. Deze negen criteria worden in drie dimensies verdeeld. Welke criteria vallen onder de dimensie ‘beleven’?


5. In dit hoofdstuk wordt een aantal criteria voor een goede les onderscheiden.

Het criterium ‘zich competent voelen’ wordt ingedeeld bij de dimensie; ‘bewegen’. 


6. In dit hoofdstuk worden vier L-en onderscheiden. Soms is je conclusie als je naar de verschillende activiteiten kijkt, dat het zo goed is. Deze opmerking laat zich plaatsen in een van de vier observatietorens. Welke is dit?


Terug naar het overzicht?