Hoofdstuk 4
Werkdocument: De speelkriebel
Wat mag je doen?
Dit werkdocument bestaat uit 3 stappen.
Stap 1. Lees de openingscasus.
Stap 2. Bekijk het filmpje
Stap 3. Bekijk het filmpje nogmaals en beantwoord de onderstaande opdracht.
Tip: Je kunt het bijgevoegde werkdocument ter ondersteuning gebruiken.
De openingscasus
De eerste gymles van meester Paul is begonnen. Het groepje met Dylan is gestart in het klimtuintje. Paul weet van het speelplein dat klimmen en klauteren altijd tot de verbeelding spreekt van kleuters. Toch verbazen ze hem al gelijk in deze eerste les. In een groepje van zeven kinderen ziet hij vier verschillende ‘spelletjes’ oftewel speelkriebels die dit groepje laat zien. Dylan en Mert zitten achter het klimrek. Ze zitten in een auto. Fiene gaat de hoogte in en probeert het plafond aan te raken. Tom gaat op het matje liggen en rolt lekker heen-en-weer: de boomstamrol. De drie overige jongens spelen ninja’s en volgen elkaar al klauterend, waarbij ze af en toe angstaanjagende kreten naar elkaar roepen.
Filmpje
Gaat het al kriebelen?
De speelkriebel(s) zijn omschreven als ‘betekenis(sen) die het kind zelf aan een bepaalde activiteit geeft om mede daardoor op eigen manier vorm te geven en deel te nemen aan die
activiteit.’
Bekijk het filmpje van een klimtuintje en geniet van de spelende en bewegende kleuters.
Bekijk het filmpje nu nog een keer en doe dan de opdracht.
Opdracht:
Welke speelkriebel(s) herken je?
Werkdocument: Welke speelkriebels herken je?
Downloaden?
