In deze module komen de negen criteria voor een goede les bewegingsonderwijs met kleuters aan bod. Deze worden direct gekoppeld aan de lesvoorbereiding, de les en de evaluatie van de
bewegingsles. Er worden drie verschillende invalshoeken om naar de bewegende kleuters te kijken geschetst. De drie observatietorens en de drie centrale vragen, wat zie ik, wat vind ik er- van en
wat doe ik?, die je als leerkracht tijdens de les kunt inzetten worden uitgewerkt. Het hoofdstuk wordt afgesloten met de evaluatie. Na afloop van een gegeven les kijk je terug naar hoe de gehele
les is verlopen.
Wat ging goed, wat mag en kan anders?
Deze module is gebaseerd op de tekst van hoofdstuk 2 van het boek. Met het bestuderen van deze tekst en het doornemen van de module krijg je
meer kennis over en inzicht in:
- De criteria voor een goede les bewegingsonderwijs;
- De 5 P’s - het belang van de lesvoorbereiding;
- A.A.R.D.E.G;
- Verschillende manieren van uitleg en instructie;
- De 6 W’s;
- De drie observatietorens: loop’t, luk’t, leeft’t;
- De centrale vragen: wat zie ik, wat vind ik en wat doe ik?
- Evalueren van een les bewegingsonderwijs: evaluatie = nabereiding.