Hoofdstuk 2

Samenvatting

In hoofdstuk 2 wordt beschreven hoe je een goede les bewegingsonderwijs met kleuters kunt voorbereiden. Geven en evalueren waarbij een groot aantal handvatten wordt gegeven.



2.1 Het referentiekader

Zonder dat je enige ervaring hebt met het geven van lessen bewegingsonderwijs aan kleuters, moet je het hebben van je eigen referentiekader en de mogelijke vragen die je jezelf al in de voorbereiding kan stellen. In je hoofd kun je je gymles al laten afspelen.  

2.2 Criteria voor een goede les

Het geeft jou als leerkracht houvast als je een aantal criteria meeneemt die belangrijk is om rekening mee te houden. Deze criteria zijn verdeeld in drie dimensies: bewegen, beleven en reguleren. (Van Berkel e.a., 2013). Naast deze negen criteria is er nog één allesomvattend aspect dat heel belangrijk is en dat is; plezier. Bij een goede les komt dat een kind tegemoet in zijn behoefte aan veel bewegen en spelend leren bewegen.

2.3 De lesvoorbereiding

Het maken en schrijven van een lesvoorbereiding is vaak meer dan het halve werk voor wat betreft het geven van een goede gymles. A.A.R.D.E.G zijn de beginletters van verschillende elementen die bij het voorbereiden van een bewegingsactiviteit aandacht krijgen (Van Berkel e.a., 2013). Soms bouw je, voor een deel, het speellokaal ook met de kleuters op. Of ruim je een aantal materialen aan het eind van de les weer op. Een handig handvat om dit te regelen wordt wel de 6 W’s genoemd.

2.4 Motorische ontwikkeling

Om je uitleg van een activiteit duidelijk en kort te houden, kun je gebruik maken van het PAD-principe. Je houdt je uitleg kort en geeft de kleuters veel speel- en beweegtijd. Als je kiest voor voldoende keuzemogelijkheden is hulp van jou als leerkracht niet meteen nodig. 

2.5 De les

De gehele les en ook de activiteiten afzonderlijk kun je observeren vanuit drie observatietorens: loopt ‘t, lukt ’t en leeft ‘t (Van Berkel e.a., (2013).

2.6 Evaluatie van de les

Na het voorbereiden en uitvoeren komt tenslotte het evalueren van de les. Na afloop van de gegeven les kijk je terug. Hoe is de les verlopen? Wat mag of moet beter en doe je de volgende keer dus anders? Had je andere keuzes kunnen of moeten maken? Welke kennis en overwegingen en praktische zaken neem je mee naar de volgende les? Door de les te evalueren aan de hand van de negen criteria voor een goede les, heb je voor jezelf snel inzichtelijk in welke mate jouw les voldoet aan deze standaard.


Terug naar het overzicht?

Download
Samenvatting hoofdstuk 2.pdf
Adobe Acrobat document 4.5 MB