Hoe worden de meer dan 700 spieren die je bezit aangestuurd en hoe slaag je erin nieuwe bewegingen aan te leren? Hoe kinderen bewegingen leren en hoe ze, na verloop van tijd, steeds beter hierin worden, daar gaat hoofdstuk 7 over.
In het motorisch leerproces van toenemende vloeiendheid, accuratesse en snelheid in het bewegen zijn vier kenmerken te noemen. De definitie van motorisch leren bevat een drietal aspecten: relatief duurzaam; gedragspotentieel en specifieke ervaringen. Voor het beter leren uitvoeren van motorisch vaardigheden in de praktijk zitten in de drie besproken aspecten serieuze uitdagingen die vragenderwijs worden doorgenomen.
De wetenschap houdt zich al heel lang bezig met de vraag hoe vaardigheden en bewegingen beter en efficiënter kunnen worden aangeleerd. Een tweetal traditionele theorieën, het driefasenmodel en de schematheorie wordt toegelicht. De lastige theorie krijgt praktische handvatten door de fases uit te splitsen in kenmerken. Wat heeft leerling nodig en welke leerhulp kan je als leerkracht kan bieden.
Een van de belangrijkste vragen die de theorievorming over motorisch leren bezighoudt, is de vraag hoe de bijna oneindige variaties in bewegingsmogelijkheden kunnen worden gecontroleerd en bestuurd door de hersenen. Het bewegende antwoord van kinderen op het vrijheidsgradenprobleem, is helder en duidelijk zichtbaar in de drie stadia die zij in de praktijk laten zien.
De laatste jaren heeft het denken over motorisch leren een enorme facelift ondergaan. De benadering vanuit de ecologische psychologie en dynamische systeemtheorie werden warm onthaald, omdat de ontwikkelingen op het gebied van motorisch leren grotendeels waren stilgevallen. Beide benaderingen vormen een synthese bij de zoektocht naar antwoorden op het bewegingscoördinatieprobleem.
De inzichten op het gebied van motorisch leren zijn de laatste jaren flink veranderd. Leren en dus ook motorisch leren wordt gezien als het opdoen en verwerven van kennis. Dit boek onderscheidt drie vormen van leren: de expliciete, impliciete en differentieel leren. In een tabel worden de manieren van leren overzichtelijk weergegeven. Met doen wat werkt wordt benadrukt dat de bewegingswerkelijkheid complex en weerbarstig is en dat er niet een eenduidig moment of manier is om een vorm van motorisch leren in te zetten.
De motorische leercirkel is afgeleid afgeleid van reflectiecyclus van Korthagen en geeft inzicht in de verschillende momenten bij het leren van een vaardigheid. Tijdens de vijf stappen van de leercirkel leg je als leerkracht accenten, impliciet of expliciet.
Motorisch leren en motorische ontwikkeling zijn niet hetzelfde. In de praktijk worden ze regelmatig door elkaar gebruikt. Ze beinvloeden elkaar en komen samen in competente motorisch gedrag.