Theo de Groot

Beter spelen en bewegen met kleuters

Hoofdstuk 7 | Motorisch leren



Basiskennis

Je vindt hier informatie die je kan helpen bij het verwerven van basiskennis over motorisch leren.


Je vangt een bal die wordt toegegooid, maar je hebt geen weet van de processen die nodig zijn om deze schijnbaar zo simpele handeling te verrichten. Je stapt op de fiets zonder er ook maar een seconde bij na te denken hoe je dit precies doet. Je loopt en ontwijkt zonder na te denken, vaak zelfs zonder je het te realiseren de mensen die ook in de drukke winkelstraat lopen. 

 

Hoe leren kinderen vaardigheden?

Basisschoolkinderen hebben zich al veel sportieve (basis)vaardigheden eigen gemaakt. Ze kunnen ook nog heel veel vaardigheden (beter) leren. Dit is precies de vraag waarover het hier gaat bij motorisch leren.

  • Hoe leren kinderen vaardigheden?
  • En hoe worden ze - na verloop van tijd - steeds beter in het uitvoeren van die bewegingen?

De uitdaging bij het motorisch leren ligt in het begrijpen hoe de hersenen erin slagen om de bijna oneindige variaties in bewegingsmogelijkheden te controleren en te besturen.

Nieuwsgierig?

Bekijk hieronder het digitale exemplaar van het boek: 'Beter spelen en bewegen met kleuters'. 


Studiehulp

De opbouw

Deze module over motorisch leren heeft een opbouw zoals je hiernaast ziet. Door op een titel van een werkvorm te  klikken, bijvoorbeeld samenvatting of mindmap kom je direct bij het gewenste onderdeel. De informatie is direct beschikbaar
en kan veelal ook worden gedownload.

Wil je terug naar het overzicht dan klik je op de knop ‘Avans+ Homepage’ en je bent weer waar je wilt zijn.


Werkvormen

Deze module maakt gebruik van een diverse werk- en aanbiedingsvormen.

Heel gericht wordt aangesloten bij verschillende breinprincipes die het leren vergemakkelijken.

 

Je kunt hierbij denken aan:

  • het activeren van voorkennis en hierop voortbouwen (samenvattingen);
  • het aanbrengen van focus (PowerPoint);
  • het verbinden van begrippen (mindmaps);
  • het gebruikmaken van herhaling (begrippenlijst en toetsvragen);
  • het creëren van nieuwe inzichten (verdiepingsvragen en werkdocumenten);
  • en het gebruik van meerdere zintuigen (beeld en geluid; tekst, foto’s en filmbeelden).

De accenten

De onderdelen binnen deze module heeft zo zijn eigen accenten.
Er zijn 6 accenten: Onthouden, begrijpen, toepassen, analyseren, evalueren en creëren.

Bij elke werkvorm hebben wij één of meerdere pictogrammen vermeld.
Aan de hand van deze pictogrammen weet jij welk accent er op dit specifieke onderdeel ligt.

Onthouden

Begrijpen

Toepassen


Analyseren

Evalueren

Creëren